Te heet op school

Wat bepaalt de temperatuurbeleving?

De luchttemperatuur bepaalt voor een deel de beleving van hoe warm of koud het is in een ruimte. Maar er zijn meer dingen die invloed hebben. Zoals de temperatuur van oppervlakken in de ruimte, de vochtigheid en de stromingssnelheid van de lucht. Naast de kleding die je aan hebt en hoe actief je bent. De temperatuurbeleving hangt dus niet alleen af van de luchttemperatuur.

Warme oppervlakken in een ruimte geven stralingswarmte. Die maakt dat het lichaam minder warmte verliest bij dezelfde luchttemperatuur. In de winter is dit vaak prettig. In het voorjaar en de zomer kan deze stralingswarmte zorgen voor een onaangename warmte bij een niet erg hoge luchttemperatuur.

Verder is in vochtige lucht een stijgende temperatuur eerder onaangenaam dan in droge lucht. Ook de snelheid waarmee lucht door een ruimte stroomt, heeft invloed op de temperatuurbeleving. Een flinke luchtstroom werkt verkoelend en kan in de zomer meewerken aan een prettigere temperatuur binnen. Luchten zorgt niet alleen voor het weghalen van warmte. Het zorgt ook voor verhoging van de stromingssnelheid van de lucht.

 

Wat merk je ervan?

Je kunt slechter tegen de hitte als een van de volgende voorbeelden voor jou geldt: 

• een ziekte, bijvoorbeeld suikerziekte of een ziekte van het hart, de longen of hersenen;
• herstel van een ziekte en nog niet helemaal 'de oude';
• een hoge bloeddruk; 
• zwangerschap; 
• overgewicht; 
• gebruik van medicijnen; 
• een slechte lichamelijke situatie.

Let extra op klachten die hierboven staan en ga bij twijfel naar een huisarts of bedrijfsarts.

Wat kun je doen?

Je kunt zelf de volgende maatregelen nemen om de temperatuur zo prettig mogelijk te houden:

• Doe in de zomermaanden de zonwering (rolgordijn, luxaflex, buitenzonwering enzovoort) naar beneden. En wel meteen als de zon op de zonkant van het gebouw komt.
• Zet ramen open voor extra koelere buitenlucht. En/of afvoer van warmte uit het lokaal en een fris briesje. Mechanische apparaten voor ventilatie werken hierdoor misschien wel minder goed. Maar ze raken hierdoor niet in de war. Houd in lokalen met airconditioning wel de ramen dicht. Dit om geen energie te verspillen.
• Gebruik lampen, pc’s en het digitale schoolbord minder.
• Gebruik ventilatoren. Door een verhoging van de luchtsnelheid zorgen deze voor verkoeling. Let wel op de veiligheid en het geluid.
• Drink voldoende koele dranken.
• Draag luchtige kleding, liefst van katoen.
• Pas activiteiten als dat nodig is aan. Neem vaker pauze, gebruik een tropenrooster. Verplaats lessen naar buiten en stel zwaar werk uit.
• Heb aandacht voor personen die extra risico lopen.

Niet in alle gebouwen is de gewenste temperatuur makkelijk te halen. Daar zijn acties nodig. Denk bijvoorbeeld aan:

• Het plaatsen van buitenzonwering. Zorg ervoor dat deze de luchtstroming door ramen en roosters niet tegenhoudt. En dat naar buiten kijken een beetje mogelijk blijft. Zonwering aan de binnenkant is er om last van zonlicht tegen te gaan. Deze houdt geen opwarming van het lokaal tegen.  
• Verhogen van de ventilatiecapaciteit. Zorg ervoor dat het (mechanische) ventilatiesysteem goed werkt. Zie ook de pagina Frisse lucht op scholen.
• Een afspraak (regeling) voor zomernachtventilatie (alleen bij mechanische ventilatie). Door ’s nachts te luchten met koudere buitenlucht, koelt het schoolgebouw af. Zo kan de les ’s ochtends met een prettige temperatuur starten.
• Het groter maken van het warmte-opnemend vermogen (de thermische massa) van het dak. Bijvoorbeeld door het maken van een groen dak (met mos-sedum bijvoorbeeld). Maar ook een laagje water kan op warme dagen - door verdamping - warmte uit het dak halen.

Blijft een ruimte nog steeds te warm, dan kan extra koeling (airconditioning) een oplossing zijn. Zorg er wel voor dat je deze goed laat onderhouden. Dit is nodig voor een goede luchtkwaliteit