Spring naar het artikel

GAS-infectie

Vertalen

Gebruik Google om deze website te vertalen. Wij nemen geen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de vertaling.

GAS is de afkorting voor Groep A streptokokken. Streptokokken zijn een bacteriegeslacht met zowel nuttige als ziekmakende bacteriën. GAS-infecties komen vaak voor.

Wat is het?

GAS-infecties zijn de meest voorkomende infecties bij mensen, zeker bij kinderen. De infecties komen alleen bij mensen voor. Iedereen maakt meerdere keren in zijn leven een infectie met deze bacterie door. Veel mensen dragen de bacterie voor kortere of langere tijd bij zich in de neus- of keelholte of op de huid zonder daar ziek van te worden. De bacterie kan verschillende ziektebeelden veroorzaken, afhankelijk van de leeftijd en de vatbaarheid van de patiënt. De meeste infecties zijn onschuldig, zoals krentenbaard of roodvonk.

Wat merkt u ervan?

Bij verwondingen kan de bacterie, afhankelijk van de plaats, veel verschillende infecties veroorzaken. Infectie van de huid wordt wel wondroos genoemd. Bekend zijn verder ontsteking van de nieren, de hartkleppen, de hersenvliezen en de baarmoeder (na de bevalling, kraamvrouwenkoorts).
De bacterie kan spieren en pezen soms in korte tijd ernstig beschadigen. Dan helpt alleen een hele ingrijpende behandeling. In sommige gevallen gedraagt de bacterie zich in korte tijd erg agressief, wat binnen enkele uren kan leiden tot het snel afsterven van weefsel. In andere gevallen kan de patiënt in een shock raken, doordat de bacterie giftige stoffen produceert die binnen korte tijd diverse organen aantasten. Daarom wordt ook wel gesproken van ‘vleesetende bacterie’.

Patiënten voelen zich ernstig ziek, hebben hoge koorts, rillingen, spierpijnen, sufheid of lichte verwardheid. Een ziekenhuisopname is nodig. De plek waar de infectie binnen is gedrongen, bijvoorbeeld een verwonding, is niet altijd aan te wijzen.

Hoe kunt u het oplopen?

De streptokokkenbacterie zit vooral in de neus- en keelholte en op de huid. Anderen kunnen deze bacterie krijgen door niezen of hoesten van iemand die de bacterie bij zich draagt. Ook via direct contact met handen of via voorwerpen (zoals speelgoed) waar de bacterie op zit kan de bacterie worden overgedragen. Iemand met een GAS-infectie kan de bacterie overdragen aan een ander zolang de infectie nog niet is genezen of tot 24 uur na het begin van een behandeling met antibiotica.

Hoe kunt u het voorkomen?

Het oplopen van een GAS-infectie is lastig te voorkomen. Dit komt doordat de bacterie erg veel voorkomt en in de meeste gevallen geen klachten geeft. U kunt de kans op het oplopen van de bacterie verminderen door algemene hygiënemaatregelen toe te passen bij hoesten of niezen en bij wondverzorging.
Het advies is om bij hoesten en niezen een papieren zakdoek te gebruiken, die na gebruik weg te gooien en daarna de handen te wassen. Als u geen papieren zakdoeken bij de hand hebt, houd dan uw hand voor neus en mond, en was daarna uw handen, of hoest in de elleboogplooi. Leer uw kinderen dit ook te doen.