Spring naar het artikel

MERS-coronavirus

Vertalen

Gebruik Google om deze website te vertalen. Wij nemen geen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de vertaling.

Het Middle East Respiratory Syndrome Coronavirus (MERS-CoV) behoort tot de groep van coronavirussen, waartoe ook SARS-CoV behoort.

Coronavirussen veroorzaken respiratoire infecties uiteenlopend van zeer mild tot ernstig, soms met een enterale component bij mensen en dieren. Naast rhinovirussen zijn het de verwekkers van een groot deel van de gewone verkoudheid.

De ontdekking van het MERS-coronavirus vond pas recentelijk, in september 2012, plaats. Daarom is er weinig informatie over de ernst van de ziekte en over de manier waarop deze zich verspreidt. De veronderstelling is dat dieren de bron van de infectie vormen. Maar op welke manier is tot op heden onbekend. Eliminatie van de bron is daardoor nog niet mogelijk.

Verschijnselen

De meeste patiënten met een MERS-CoV-infectie ontwikkelen een pneumonie, al dan niet gecompliceerd met Acute Respiratory Distress Syndrome (ARDS). Bij immuungecompromitteerde personen kan het zich ook als ernstige infectie zonder respiratoire symptomen presenteren.

Situatie internationaal

Bekijk de meest actuele aantallen van patiënten met MERS-CoV-infectie. Recente meldingen komen uit Saoedi-Arabië. Maar ook uit Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië, Tunesië, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië en Frankrijk. Alle patiënten of hun bron liepen de besmetting op in het Midden-Oosten. Mens-op-mens-transmissie kwam in beperkte gevallen voor in ziekenhuis- of gezinscontacten.

Situatie Nederland

In mei 2014 hadden 2 patiënten in Nederland een infectie met het MERS-coronavirus. Beide patiënten liepen de infectie in het Midden-Oosten op. Na het in kaart brengen van de contacten van deze patiënten vond gedurende 14 dagen een controle plaats op het ontwikkelen van klachten. Zij werden niet ziek.

Meldingsplicht

Bestaat bij een ziekenhuispatiënt het vermoeden van een MERS-CoV-infectie? Dan moet je dit direct melden bij de GGD van de woon- of verblijfplaats van de patiënt. MERS-CoV is per 3 juli 2013 namelijk een groep A meldingsplichtige ziekte. De GGD kan zo direct maatregelen nemen met als doel verdere verspreiding te voorkomen. Zij doet dit door middel van contactopsporing en het volgen van contacten op het ontstaan van klachten (monitoring).

Behandelaren in het ziekenhuis moeten in de volgende gevallen direct bij de GGD een melding doen:

  • ‘Verdacht geval’: een opgenomen of overleden patiënt in het ziekenhuis, die aan de casusdefinitie voldoet.
  • ‘Bevestigd geval’: een patiënt met een door laboratoriumonderzoek bevestigde infectie met MERS-CoV (PCR en sequentieanalyse).

Verdachte casus*
Ieder individu met ernstige acute respiratoire infectie met:

  • koorts (≥38°C)1,2 én symptomen zoals hoesten

EN

  • een infiltraat op een röntgenfoto van de longen, of ARDS

EN IN COMBINATIE MET:

  • verblijf in een gebied3 waar infectie met MERS-CoV opgelopen kan zijn, gedurende veertien dagen voor de aanvang van de symptomen

OF

  • persoon die de afgelopen veertien dagen voor aanvang van de klachten contact heeft gehad met een bevestigde MERS-CoV casus met klinische verschijnselen.

OF

  • onderdeel van een cluster van twee of meer epidemiologisch verwante gevallen met onbekende verwekker binnen een periode van twee weken met een noodzaak tot opname in een ICU, ongeacht reisgeschiedenis.
     
  1. Of koortsig gevoel bij ouderen, aangezien zij niet altijd koorts ontwikkelen
  2. Een immuungecompromitteerde patiënt met een ernstige infectie van welke aard ook, die aan de epidemiologische criteria voldoet, is een verdacht geval en dient getest te worden op MERS-CoV.
  3. Sinds 1-04-2013: Midden-Oosten, vooral Jordanië, Saoedi Arabië, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten (Dubai)

Bevestigde casus*
Een verdachte patiënt met lab-bevestiging (een positieve PCR, geconfirmeerd met sequencing)

* Voorlopige definitie. In de toekomst kunnen definities wijzigen als er meer over MERS-CoV bekend wordt.

Beleid bij verdenking patiënt met MERS-CoV

De GGD vraagt aan clinici om bij verdenking van een in het ziekenhuis opgenomen patiënt met MERS-CoV contact op te nemen met:

  • Het RIVM-LCI (030-2747000, 24 uurs dienst) voor overleg indicatie en uitvoering laboratorium diagnostiek;
  • De afdeling Infectieziekten van de GGD (010-433 98 97, 24 uurs dienst) vanwege de meldingsplicht groep A en voor monitoring van contacten.

Als u als huisarts een patiënt verdenkt, hoeft u dit niet te melden aan de GGD. Het huidige beleid omtrent verdachte patiënten (zie ook website NHG) is:

Huisartsen kunnen bij een patiënt die recentelijk (minder dan veertien dagen voor de eerste ziektedag) uit het Midden Oosten is teruggekeerd en zich meldt met ziekteverschijnselen, het reguliere beleid volgen:

  • Bij lichte klachten is het beleid afwachtend, tenzij sprake is van sterk verminderde weerstand (dan is overleg met een internist/infectioloog geïndiceerd)
  • Bij verergering van de klachten (klachten passend bij longontsteking of andere ernstige ziekteverschijnselen) is overleg met een internist/infectioloog geïndiceerd.

Advies over infectiepreventiemaatregelen

Wanneer een (verdachte) patiënt zich meldt bij de huisartsenpraktijk dient de patiënt te worden voorzien van een chirurgisch mondmasker; de patiënt moet apart van andere patiënten worden geplaatst.

De preventieve maatregelen bij de afname van monsters bij verdachte patiënten zijn:

  • FFP2-mondneusmasker
  • handschoenen
  • schort met lange mouwen/manchetten waarbij de handschoenen over de manchetten gedragen worden.

Rol van de GGD

Als er een patiënt in het ziekenhuis wordt verdacht van een MERS-CoV infectie, dient de behandelaar van deze patiënt dat direct te melden aan de GGD. De GGD zal dan volgens de landelijke richtlijnen van het RIVM bron- en contactonderzoek uitvoeren. Contacten van patiënten –onder wie ook de behandelaar – zullen na overleg met de GGD maatregelen opgelegd krijgen zoals wettelijk beschreven. Contacten van patiënten mogen gewoon aan het dagelijks leven deelnemen. Indien de persoon klachten ontwikkelt, wordt onder de verantwoordelijkheid van de GGD laboratoriumonderzoek gedaan en moet de patiënt in isolatie blijven tot nader order van de GGD.

Vragen

Heb je vragen? Dan kun je contact opnemen met het team Infectieziekten: 010 - 433 98 97. Buiten kantoortijden schakelen we je door naar de Meldkamer Ambulancezorg. Daar verbinden ze je door naar de dienstdoende arts infectieziektebestrijding.