Groep A streptokokken (GAS)
GAS is de afkorting voor Groep A streptokokken. Streptokokken zijn een bacteriesoort met goede en ziekmakende bacteriën.
Wat is het?
GAS-infecties zijn de meest voorkomende infecties bij mensen, zeker bij kinderen. Iedereen maakt meerdere keren in zijn leven een infectie met deze bacterie door. Veel mensen dragen de bacterie voor kortere of langere tijd bij zich zonder daar ziek van te worden.
De bacterie zit vooral in de neus- en keelholte, en op de huid. En kan op verschillende manieren tot uiting komen. De meeste infecties zijn onschuldig, zoals krentenbaard of roodvonk.
Wat merk je ervan?
- Koorts
- Huidontstekingen. Hierbij wordt de huid rood, gaat deze gloeien en/of glimmen en wordt de huid dikker. Dit wordt ook wel wondroos genoemd.
- Verkoudheid met keelpijn, opgezette klieren in de hals en opgezette amandelen
- Ontstekingen van de gewrichten of baarmoeder
- Rillingen
- Spierpijn
- Gewrichtspijn
- Sufheid
- Verwardheid
- In sommige gevallen is de bacterie erg agressief. Dat kan leiden tot het doodgaan van weefsel.
Hoe kun je het krijgen?
Mensen dragen deze bacterie vaak bij zich zonder er ziek van te zijn. Zij kunnen anderen besmetten door niezen of hoesten. Dit kan ook via direct contact met handen. Of via voorwerpen (zoals speelgoed) waar de bacterie op zit. Iemand met een GAS-infectie is besmettelijk, zolang de infectie nog niet weg is. Of tot 24 uur na het begin van een behandeling met antibiotica.
Hoe kun je het voorkomen?
Het oplopen van een GAS-infectie is lastig te voorkomen. Dit komt doordat de bacterie erg veel voorkomt en meestal geen klachten geeft. Je kunt wel de kans op een GAS-infectie verkleinen. Bijvoorbeeld door goede hygiëne toe te passen bij hoesten of niezen, en bij wondverzorging.
Het advies is om bij hoesten en niezen een papieren zakdoek te gebruiken. Gooi die na gebruik weg en was daarna je handen. Heb je geen papieren zakdoeken bij de hand? Hou dan je hand voor neus en mond, en was daarna je handen. Of hoest in je elleboog. Leer je kinderen dit ook te doen.
Meer informatie
Meer informatie vind je op de website van het RIVM. Link opent een externe pagina.